Polycultuur
De nadelen van groenten verbouwen in een monocultuur (groene woestijnen van louter maïs, aardappelen...) zijn ondertussen genoegzaam bekend: nefast voor de biodiversiteit, vatbaar voor plagen, eenzijdig bodemgebruik... Maar wat is dan het tegendeel van monocultuur? Inderdaad: polycultuur! Niet zomaar twee groenten samen in een klassieke combinatieteelt als ui en wortel, maar een bonte mix van verschillende groenten kriskras door elkaar. Inspiratie hiervoor haalden we uit het principe van schijnbare chaos dat ze op Yggdrasil in Vissenaken volgen. Onze koude bak bleek de perfecte plaats voor een experiment dat we al vroeg in het voorjaar konden beginnen. Op dezelfde vierkante meter zaaiden we spinazie, pluksla, worteltjes, radijzen en uitjes, niet in rijtjes, maar gespreid door elkaar.
De voordelen: we kunnen het niet met foto's documenteren, maar alles groeide opmerkelijk goed. Door groenten te mixen op basis van kleur, geur, worteldiepte, smaak (voor insecten)... wordt de kans op massale vraatschade ineens een heel stuk kleiner. Geen aangevreten of "vermaaide" wortelen of radijzen dus. Het mengen op worteldiepte en vorm maakt ook dat planten minder gaan concurreren en dat de bodem beter bedekt is. Geen rijtjes wortelen die voortdurend geschoffeld en begoten moeten worden. Niets dan voordelen dus!
Zijn er ook nadelen? Wel, voor een absolute beginner in de moestuin is dit systeem misschien niet onmiddellijk aan te raden. Het vergt al een kennersblik om groenten in het kiemstadium te onderscheiden van onkruid, als ze met vijf door elkaar gezaaid zijn. Verder is het de kunst om de juiste zaaiafstand aan te houden. Je mag wel iets dikker zaaien dan gewoonlijk (het is ook een goede manier om vervallen zaaigoed, dat altijd nog voor een zeker percentage opkomt, op te gebruiken), en je kan de groenten al in een jong stadium beginnen oogsten (babygroenten zijn een nieuwe hype in lifestyle-magazines!). Maar het is ook niet de bedoeling dat de groenten tegen elkaar aan groeien als haar op een hond. Het is ook geen goed idee om vooraf alle zaden in één pot te mengen en dan uit te strooien. Waarschijnlijk vliegen dan alle zware en grote zaden (bv. radijs en spinazie) het verst weg, terwijl de fijne, lichte zaadjes (sla, wortelen) ter plekke neervallen.
Speciale rassen: tomatomania
Trouwe lezers van deze blog weten dat wij altijd op zoek zijn naar speciale rassen: oude en vergeten, maar ook nog onbekende, innovatieve rassen groeien hier door elkaar. En evengoed combineren we streekgebonden soorten met exotische varianten. Een ideaal reissouvenir is voor ons dus altijd een pakje zaad van "in den vreemde".
Een van ons slaagde erin om het exquisiete en op de Belgische markt tot nader order niet verkrijgbare Spaanse tomatenras Testa RAF, de Rolls Royce binnen deze soort, op te kweken. Hoe ga je hiervoor te werk? Eigenlijk heel eenvoudig. Bij een bezoek aan een gerenommeerd Spaans restaurant bestel je meteen nog een bordje van die heerlijke tomaten. Je draait discreet een schijfje tomaat in je servet en thuis kun je dadelijk beginnen. Belangrijk is om bij deze soort de kweekomstandigheden zo goed mogelijk te imiteren. Testa RAF wordt in zilte grond gekweekt, dus een optimaal resultaat verkrijg je maar door de serre te begieten met... zout water. Die inspanningen worden alleszins ruimschoots beloond: een heerlijke, licht zilte tomaat met een nasmaak waar geen enkele grand cru tegenop kan!
Doorlevende groenten: Kaukasische rankspinazie, zwartmoeskervel en vele andere!
In de herfst hadden we aan de voet van onze vijfpikkel voorgezaaide plantjes van Kaukasische rankspinazie uitgeplant. Dit is een metershoog rankende en doorlevende bladgroente die vooral in Scandinavië populair is. Na de winter bleek echter dat we dubbel pech hadden: de zaailingen hadden het niet overleefd, en onze wigwam lag na drie jaar trouwe dienst tegen de grond. Waren de koorden rot, of was er kwaad opzet in het spel? De plastic bloemen die her en der onze potager tooiden doen ons het laatste vermoeden.
We geven echter niet op en beginnen opnieuw met staken in een iets schaduwrijkere hoek tegen de kerkhofmuur. Dit keer vertrekken we met plantjes van een nieuwe kwekerij, Den oude kastanje, in Herselt nog wel. We hoeven dus niet meer naar de andere kant van het land of de grens over om speciaal plantgoed aan te kopen.
Andere doorlevende groenten die het voorbije jaar zijn aangeplant: kardoen (lijkt een beetje op artisjok), zeekool (een delicatesse in Engeland, in die mate dat de kusten er zijn leeggeplukt en de plant nu beschermd is) en zwartmoeskervel, al populair van bij de Romeinen maar thans zo goed als vergeten.
Verder liggen nog heel wat exoten te wachten op echt lenteweer voor ze bij ons de grond in gaan: yacon, incapijlwortel (ook bekend als canna of Indisch bloemriet en inderdaad eetbaar!), knolcapucien, suikerwortel en nog vele andere. Maar daarover meer in een volgend blogbericht!
Verdere ambities en plannen voor 2016
Net als vorig jaar is de binnencirkel van de Potager gereserveerd voor een cursus groenten kweken van Vorming Plus, wat ook aansluit bij de bedoeling van de Pastorietuin: een publieke ecologische tuin om van te leren en genieten. In deze zone komen dus eenjarige groenten te staan.
Wijzelf concentreren ons in de buitencirkel vooral op doorlevende en zichzelf uitzaaiende groenten. Niet alleen omdat we drukbezette en, laten we eerlijk zijn, soms ook gewoon luie moestuiniers zijn. Ook omdat we thuis al een moestuin hebben, en die ligt daar ook het best zo dicht mogelijk bij de deur. Niemand heeft natuurlijk zin om de fiets op te springen om boontjes te gaan plukken. De bedoeling is meer om hier een zichzelf in stand houdende eetbare tuin te creëren volgens de principes van permacultuur. Dat houdt onder meer in dat naast knolgewassen en kruiden hier ook andere natuurlijke groeilagen zoals klimplanten, struiken en bomen een plaats kunnen krijgen. Zo hebben we plannen om in een beschut en warm hoekje tussen de snipperwand en de kerhofmuur een vijgeboompje aan te planten. Op die manier zal de Potager mettertijd evolueren van een moestuin naar een moesjungle.
Daarvoor moeten we alleszins het bodemleven blijven stimuleren. Dit jaar zijn we uitsluitend begonnen met eigen compost. Of dat volstaat, zal moeten blijken. Maar zowel grotere als kleinere beestjes lijken hier hun gading te vinden, dus dat is al hoopgevend.
Staan verder nog op de agenda: een zadenruilbeurs, een bezoek aan een permacultuurtuin, en ... gaan spieken bij elkaar "ten huize van".
Wie dit jaar graag meedoet: iedereen is vrijblijvend welkom, zonder enig vast engagement. De data voor 2016 zijn ondertussen aangevuld. Je kan ons bereiken via cafepotager@gmail.com.